donderdag 18 augustus 2011

Twee


Morgen wordt mijn dochter twee. Sinds zij er is, kom ik letterlijk handen te kort. Een foto waarop ik Ties door de sneeuw duw, Loesje in een rugzak draag en Rijk met een touw aan mijn middel op de slee vooruit sleep, vat de afgelopen twee jaar wel zo’n beetje samen. Het was ploeteren.

Waarom neem je dan een derde, kun je je afvragen. Maar we wilden het zo graag. We wilden het nog één keer meemaken: dat lekkere normale. Die blozende baby. Het kruipen, het lopen, het praten. En later, hoopten we, heeft iedereen meer lol van een groot gezin. Rijk heeft niet ‘alleen maar’ een gehandicapte broer die nogal weinig terug zegt. Maar ook een zusje om mee te lachen, te stappen, of ruzie mee te maken. En Ties heeft niet alleen maar een broer, maar ook een zusje dat hopelijk nog eens langskomt in z’n woongroep. Voor de gezelligheid, of, als het nodig is – en dat zit er dik in –voor hulp.

Ergens weet ik dat het allemaal nergens op slaat. Want als iets zich niet laat dwingen, is het de relatie tussen broers en zussen. Voor hetzelfde geld wordt Loes verliefd op een Chinees en zien we haar nooit meer terug. Of weigert Rijk nog aandacht aan Ties te besteden omdat zijn psychotherapeut dat afraadt. Het kan allemaal. En het mag ook allemaal. Zodra ik merk dat Rijk zich schuldig of zorgelijk voelt naar Ties toe, benadruk ik zo snel mogelijk dat wij er voor Ties zijn en dat hij zich daar niet druk om hoeft te maken. Maar stiekem juicht mijn hart als ik zie hoe Rijk ongevraagd bij Ties een koekje in zijn mond steekt. Of als hij over een strandhuisje zegt: “Die zou ik nooit kopen want daar past Ties niet in.” En als hij weer een speciale ‘gehandicapten’ lego auto heeft gemaakt, knuffel ik hem dood.

Tegelijkertijd pikt hij speelgoed van Ties in met de mededeling dat “Ties daar toch niets mee kan” en parkeert hij zijn broer zonder pardon tegen een blinde muur als het hem uitkomt. Ook Loes heeft no mercy. Een favoriete bezigheid van haar is met een speelgoedtelefoon op Ties’ hoofd te timmeren zonder dat hij iets terug kan doen.

Gelukkig maar. Dat maakt ons gezin weer een beetje normaal. Trouwens, Ties verweert zich prima. Als het even kan, mept hij met een welgemikte spastische zwaai hun drinkbekers om. En ook dan juicht mijn hart.

Dit blog verscheen in briefvorm als gastblog. Kijk voor de hele briefwisseling op www.moederszondergrenzen.blogspot.com/2010/12/een-juichend-hart.html

Geen opmerkingen:

Een reactie posten