Ik spot ze meteen op de parkeerplaats bij het bos waar we een wandeling gaan maken. Het ideale gezin. Met hun ludieke Volkswagen busje. Dat wij ook eigenlijk wel wilden, maar ja: wíj hebben voor Ties (onze oudste, spastische, zoon) altijd een praktische, aangepaste auto nodig. Híj is uiteraard lang, knap en op z’n minst kaakchirurg. Zíj is, hoewel niet dunner of aantrekkelijker, toch in ieder geval een stuk hipper dan ik, dat zie je aan alles. Maar wat mij nog het meeste stoort aan dit walgelijk volmaakte stel: hun drie kinderen hebben de perfecte coördinaten: 7-5-3. Precíes zoals ik het eigenlijk gewild had: twee jaar verschil, vlot uit de luiers en leuk voor later. En ik eet mijn schoen op als zij tussendoor nog een miskraam hebben gehad, zoals wij.
Terwijl ze voor ons lopen, ga ik obsessief verder met mijn zij wel/wij niet-afvinklijstje. Dat hun kinderen zo keurig zonder te zeuren achter elkaar aan huppelen bijvoorbeeld. Wíj hebben een obstinate peuter en moeten de rolstoel van Ties regelmatig over een boomstam tillen. Ik dicht ze voor het gemak ook maar meteen niet-zichtbare kwaliteiten toe. Want natuurlijk wonen zij in zo’n gezellig Villa Kakelbont jaren 30-huis met originele details in een lommerrijke buurt. Terwijl ik me in onze aangepaste nieuwbouw semibungalow na vier jaar nog in Centerparks waan. Verder weet ik zeker dat ze een betere relatie hebben dan wij. We lopen nu al een half uur achter hen en hun gesprek is nog geen moment stilgevallen. Wij daarentegen, sjokken zwijgend achter elkaar aan. Ook dat is weer de schuld van Ties: het is zwaar om hem te duwen door de zachte bosgrond. Dan heb je geen kracht meer om gezellig te doen met je vrouw.
Halverwege krijg ik dan eindelijk de kans het gezin van dichtbij te bekijken. Ik hoop vurig op een scheurtje, een barst in het plaatje. Een kalende plek bij hem, of een snauw naar de kinderen van haar, zoiets. Maar nee: vader en moeder en hun twee oudste dochtertjes zitten lieflijk op een boomstam een broodje te eten. Het is duidelijk: deze ontzettend gave mensen hebben het écht leuk met elkaar.
Maar dan staat het jongetje stil. Als hij zijn pet af doet, zie ik hoe kaal hij is. En hoe, van voor tot achteren op zijn hoofdje, een jaap van een litteken loopt.
Met deze column won ik de verhalenwedstrijd van J/M Magazine, zomer 2011.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten