Rijk (7) en Loes (3) hebben een
nieuw spelletje. Ze sluipen op hun spastische broer af en roepen zo hard ze kunnen:
“BOE!!!” Als van schrik zijn armen recht omhoog schieten, wat gegarandeerd
gebeurt, liggen ze dubbel. Ties zelf lacht het hardst, vandaar dat ik deze
milde vorm van huiselijk geweld gedoog.
Je zou denken dat een
gehandicapte broer hen gratis iets van maatschappelijke betrokkenheid meegeeft.
Maar nee. Hun interesse voor Ties gaat niet verder dan zijn rolstoel, om op mee te liften. Ze zetten gerust de tv uit terwijl Ties nog kijkt. En als ik met
mijn kont een zware deur openduw, ondertussen Ties over de drempel sjorrend, is hun instinct niet: “Laten we mama eens helpen” maar: “Laten we daar zelf
eens door lopen en halverwege luidruchtig ruzie maken wie het eerste mag."
Toch lijkt er deze vakantie
iets veranderd. Rijk bekommert zich opeens over Ties alsof hij een lammetje in
de wei heeft gevonden. En die nieuwe genegenheid is geheel wederzijds. Rijk doet alles wat Ties eigenlijk zou willen doen. Voor Ties vormt hij de poort naar de
gewone jongenswereld. De wereld van de Wii en de Nintendo DS, van de iPhone en de
iPad, van voetbalplaatjes en Lego kastelen, van lieveheersbeestjes verbranden met je vergrootglas, van vliegjes voeren aan je vleesetende plant (of een mix van beide), van boeren, van scheten, van "piemel" en "shit", van Messi en van Ajax. De jongenswereld waar Ties
zonder hulp niet in thuis kan horen.
Gisteren legde Rijk hem uit hoe je
een schietspelletje speelt op de iPhone. Ik keek van een afstand toe en pakte mijn fototoestel. Geen zucht wilde ik missen
van dit tafereel.
"Kijk dan moet je hier met
je vinger."
Rijk trok de hand van Ties naar
de iPhone op de enige manier waarop jongens van zeven iets voor elkaar
krijgen. Onhandig hardhandig. Ties schoot ervan in de lach.
"En dan moet je zo, op die
stenen slaan en dan ontploffen ze. Zie je dat?"
Op elke ontploffing volgde een
verrukkelijke lachstuip.
Ik hield mijn adem in. Zou eindelijk
het moment zijn aangebroken dat ze uren met elkaar kunnen spelen? Als echte
broers?
Plotseling stond Rijk op. Hij legde de iPhone op het rolstoelblad van Ties die het ding niet zelf kan oppakken, laat staan er iets mee doen.
"Speel zelf maar even door, ik ga zwemmen."
Broederliefde is mooi. Maar je moet natuurlijk niet overdrijven.
"Speel zelf maar even door, ik ga zwemmen."
Broederliefde is mooi. Maar je moet natuurlijk niet overdrijven.