donderdag 18 augustus 2011

Ties kan met zijn spraakcomputer aangeven wat hij wil. Maar wat zou hij denken?

Een van de voordelen van thuiswerken is dat je wanneer je maar wilt Oprah kunt kijken. Dat moet ik niet te vaak doen, zeker als ik nog deadlines heb die dag, want meestal kun je me bij de begintune al opvegen. Zo interviewde ze een paar jaar geleden een man en zijn spastische zoon, Rick, van midden dertig. Wat ik zag, was Ties in het groot. Hij hing in een rolstoel, praatte niet, zwaaide met zijn armen als hij blij was en stootte rare klanken uit.

‘He’ll be a vegetable’, kregen zijn ouders te horen. Stop hem maar in een tehuis. De ouders weigerden. Zij voelden dat er meer in hun kind zat. Hij bleef gewoon thuis, draaide mee in het drukke gezin en uit zijn gevoel voor humor bleek dat hij alles begreep. Ze leerden hem het alfabet omdat ze zeker wisten dat hij zou leren lezen.

Jaren later konden de ouders eindelijk hun gelijk bewijzen aan de buitenwereld. Ze hadden zelf opdracht gegeven om een apparaat te ontwikkelen waarmee hun zoon zinnen kon maken. De vader vertelde hoe Rick zijn eerste woorden ‘sprak’.

Zou het ‘Hi mom’ of ‘Hi dad’ worden? Zou hij zeggen hoeveel hij van ze hield? Hoe blij hij was om thuis te wonen? Nee. De allereerste woorden die hij met zijn familie deelde, waren van een heel andere orde. Gespannen keken zijn ouders op het scherm, waar letter na letter de zin: “Go Bruins!” verscheen: de naam van zijn favoriete ijshockey team. Tot die tijd, hij was toen 12 jaar, had niemand geweten dat hij überhaupt een sportfan was.

De tijden zijn veranderd. Dankzij goede begeleiding en hulpmiddelen kan Ties zich op z’n negende al aardig duidelijk maken. En het alfabet leert hij gewoon op school.
“Ik ben benieuwd wat Ties z’n eerste tweet zou zijn”, grapte iemand laatst.
“Misschien wel dat hij iedereen ‘deaud’ wil”, grapte ik terug, “of zijn school gaat opblazen.” Maar het zette me wel aan het denken.
Hoe blij ik ook ben dat Ties met zijn spraakapparaat kan aangeven wat hij wil, hij kan nooit echt zeggen wat hijdenkt. Wat vindt hij eigenlijk van z’n leven? Wat vindt hij van ons? En vooruit, wat is zijn favoriete sportclub?

Dus als die eerste tweet er ooit van komt, zullen we met ingehouden adem naar het scherm kijken. Al hoopt z’n vader niet dat het een aanmoediging voor Vitesse wordt. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten